Column

‘Mijn buurman? Die is gek, met zijn vieze…’

Astrid schrijft in deze blog haar ideeën om stigmatisering van psychiatrische patiënten tegen te gaan. Hierin is haar creativiteit terug te zien.

‘Destigmatisering’ is sinds kort speerpunt in het gezondheidsbeleid. Betrokken partijen hebben de handen ineen geslagen om ervoor te zorgen dat discriminatie van mensen met psychische problemen slinkt.

Bestuurlijk akkoord

In het bestuurlijk akkoord dat dit voorjaar werd ondertekend door belangrijke partijen in de geestelijke gezondheidszorg wordt het volgende beschreven over destigmatisering:

“Partijen vinden het van belang dat mensen met een psychische aandoening, ook zij met ernstige aandoeningen, de ruimte in de samenleving ervaren om uit te komen voor hun ziekte en als gelijkwaardige burgers te worden behandeld. Dit bevordert de deelname van mensen met psychische aandoeningen aan de maatschappij, de arbeidsparticipatie en het herstel van burgerschap van de patiënt zelf.”

Telefoonnummer

Acties die tot nu toe zijn geïnitieerd zijn het openstellen van een telefoonnummer voor gezonde mensen die wat willen weten over mensen met psychische stoornissen. Het idee is dat het gesprek dan bij gezonde mensen op gang komt, bij voorkeur het gesprek mét de persoon die met psychische problemen kampt, om begrip te kweken bij de gezonde Nederlander. Een neveneffect zal zijn dat degene met de psychische problemen zich meer geaccepteerd en begrepen voelt, waardoor er minder discriminatie wordt ervaren. Prachtig bedacht.

Gedachtenexperiment

Ik heb nog een idee om ervoor te zorgen dat het stigma op psychische problemen verdwijnt. Hiertoe nodig ik u als lezer uit voor een gedachtenexperiment. Hoe zou het zijn als diegene die zich discriminerend gedraagt zélf naar de psycholoog wordt verwezen? En het gesprek bij de psycholoog gaat over de discriminatie, of over de medeburger met psychische problemen, waar diegene aanstoot aan heeft genomen? In de veiligheid van de spreekkamer wordt uitgeplozen waar die stigmatisering vandaan komt. Hoe diegene ertoe is gekomen om zich zo op te stellen en dat de ander het als kwetsend heeft ervaren.

Hand in eigen boezem

Ik kan u nu alvast zeggen; dat levert wat op! Degene die oordelend is naar de ander zal door het gesprek een uitnodiging krijgen om hand in eigen boezem te steken. Meestal komt zulk gedrag namelijk voort uit een bepaalde angst, onzekerheid, onbekendheid met ‘het vreemde’ van de ander, waardoor innerlijke onrust ontstaat. Die onrust (vanuit angst) is onprettig en degene die dat voelt is onbewust naar manieren aan het zoeken om die spanning eruit te laten. Het voelt, al is het niet prominent op de voorgrond aanwezig, niet fijn en dat moet eruit. Psychisch gezonde mensen gaan sporten, trappen het gaspedaal even lekker in, of gebruiken in hun volgende schilderles vooral roodtinten. Anderen nodigen hun partner uit voor een lekkere vrijpartij, of doen een extra schietspel op de computer. Weer anderen eten een extra calorierijke snack om het onprettige gevoel te laten afvloeien. En weer andere mensen laten zich discriminerend of stigmatiserend uit.

Acceptatie

Om ervoor te zorgen dat discriminatie vermindert en acceptatie groeit, is het stilstaan bij de eigen kwetsbaarheid, of angst, of onzekerheid bij situaties die je in verlegenheid brengen – zoals een buurman die gek is, met zijn… vult u maar in – een doeltreffende manier, die ik nog niet terugzie in de rapporten en projectvoorstellen die over dit thema worden geschreven. Iedereen zou daartoe naar de psycholoog mogen gaan, niet alleen bij discriminatie en stigmatisering, ook bij verschijnselen als overeten, teveel games, teveel internet, of verkeersovertredingen, want ook daar ligt angst aan ten grondslag.

Meer informatie is te vinden op www.samensterktegenstigma.nl

astrid van jaarsveld op stoel psycholoog