Column

Schipperen tussen wanhoop en ethische dilemma’s

Hoe ga je om met cliënten die eigenlijk een te complexe zorgvraag hebben, maar waarbij je het idee hebt dat je wel iets kunt doen? Astrid schrijft over haar ervaring en dilemma’s als gezondheidszorgpsycholoog.

In mijn praktijk kregen we een wanhopige vader aan de lijn van een zwakbegaafde jongeman met de diagnose klassiek autisme. Er was sprake geweest van seksueel misbruik door zijn ex- vriend hetgeen ongeveer drie jaar geleden had gespeeld, maar tot een geschikte behandeling was het in een gesloten instelling niet gekomen.

De jongen was een half jaar geleden, omdat het thuis niet meer ging, tijdelijk opgenomen in een instelling voor verstandelijk beperkte jongeren met autisme-problematiek. Daar was geconstateerd dat hij baat zou kunnen hebben bij een EMDR-behandeling. De jongen kreeg heimwee, want in de instelling was het te onrustig voor hem, wegens een op handen zijnde verhuizing. De EMDR-behandeling werd daardoor steeds uitgesteld.

In zichzelf gekeerd

Zijn ouders haalden hem weer in huis. Het seksueel misbruik had herhaaldelijk thuis plaatsgevonden en er waren maar weinig plekken in huis die niet aan de ex deden denken. De jongen keerde meer en meer in zichzelf, moest beneden slapen, naast vader op een matras in de woonkamer. De bezorgde vader belde met onze praktijk: ‘Kunt u alstublieft onze zoon behandelen met EMDR?’ Er leek op korte termijn geen andere mogelijkheid om hem elders te behandelen.

Complexe problematiek

Ik werk in de eerstelijns psychologische zorg en ben niet gewend om met deze complexe problematiek te werken. Dat neemt niet weg dat ik de ouders met hun zoon bij mij heb laten komen. Met de zoon was geen gesprek mogelijk. Hij zat stil en gespannen, van mij wegkijkend, naast zijn ouders. Pulkte aan zijn gespannen vingers. Op vragen antwoordde hij niet, of na een lange stilte met een korte schouderophaal. Ik gaf aan dat ik even moest wennen aan hem. Ik maakte een inschatting. Hij kwam niet bij mij voor zijn verstandelijke beperking, hij kwam niet bij mij voor zijn autisme spectrum stoornis, maar hij kwam bij mij om zijn angsten kwijt te raken. Dat kan ik heel goed. Mensen van hun angsten afhelpen met EMDR.

Kanttekeningen

Ik besloot om, met de kanttekeningen die ik met de ouders besprak, hem te behandelen met EMDR. Gelukkig werk ik contractvrij. Werkte ik met contracten met zorgverzekeraars, dan had ik hem, op basis van de bepalingen in het contract, niet mogen behandelen vanwege de verschillende diagnoses.

Minder gespannen

Tijdens en ook na de EMDR-sessies praat hij niet. Ik vind dat oké, want ik zie aan hem dat er van binnen vanalles gebeurt. Dat is precies de bedoeling tijdens EMDR. ‘Ik werd een beetje duizelig’, schrijft hij me in een e-mailbericht, na de eerste sessie. ‘Sommige vragen vind ik moeilijk om te beantwoorden. Ik keer dan in mezelf en kom dan niet verder dan mijn schouders ophalen.’ Hij schrijft nog meer op, wat ik in de tweede sessie kan gebruiken, waarbij hij weer niet praat. Ik zie wel dat hij minder gespannen is.

Vertrouwen

We hebben een manier gevonden om te communiceren: ik doe tijdens de sessies het meeste op gevoel, probeer te lezen wat er door hem heen gaat en achteraf schrijft hij mij. Prima. De behandeling zal mogelijk wel wat langer duren dan bij een gespecialiseerde gezondheidszorgpsycholoog die gewend is om te werken met deze doelgroep, maar hij lijkt vertrouwen te hebben in mijn aanpak en ouders verzekeren mij er steeds van dat zij zielsgelukkig zijn dat ik ben begonnen met zijn behandeling. Wel speelt er door mijn hoofd mogelijk commentaar: ‘Hulpverlener, waar ben je mee bezig?’

astrid-van-jaarsveld